Graycloud keek verlegen naar haar voorpoten. 'Ehh.. Ja, De rest heb ik een eindje verderop begraven.' Primrose fronste haar voorhoofd. Loog ze nu? Of sprak ze echt de waarheid? Ze vreesde dat het eerder dat eerste was. Een vreemde geur drong haar neusgaten binnen. 'Pas op.' siste ze, terwijl ze de geur nog wat beter rook. Het rook naar afval en aas, de geur van een.. 'Vos' sprak Graycloud. Primrose knikte grimmig. 'We moeten hem weg krijgen van ons territorium, of nog beter, hem vermoorden. Hij is een gevaar voor elk kamp.' Primrose keek naar de poes naast haar, zou ze even slecht vechten als jagen? Wat extra hulp zou welkom zijn als ze tegen een vos moest vechten. 'Samen?' vroeg ze.

Het geritsel in de bosjes werd steeds luider, en de stank woei Primrose tegemoet. Ze keek snel even naar Graycloud, om te zien of zij er ook klaar voor was, daarna concentreerde ze zich op de bosjes. Een geritsel in het struikgewas, en een gehavende, zwarte snuit kwam tevoorschijn. De vos schrok even toen hij plotseling twee katten zag staan, met ontblootte tanden en klauwen, maar al snel ging hij ook in de aanvalshouding staan. De rest van het lijf van de vos zag er al net zo vuil uit als zijn kop, met resten afval in zijn pels. Zijn zwarte kraaloogjes keken Primrose en Graycloud onderzoekend aan. 'Op drie.' zei Primrose tegen Graycloud. 'Eén, twee, drie!' De Windclancommandant schoot naar voren en gaf de vos een krab op zijn kop. De vos knipperde even het bloed uit zijn ogen en ging toen ook in de aanval.